De Volkskrant | De almaar stijgende prijzen van topinstrumenten nemen ‘buitengewone proporties’ aan, zeggen kenners uit de muziekwereld. Musici zijn er de dupe van.
Of de handel in oude muziekinstrumenten zeepbelachtige trekken heeft, kan Andreas Post, taxateur, instrumentenhandelaar en -expert uit Amsterdam, niet zeggen. Maar zeker is dat de prijsrecords voortdurend worden gebroken. Vooral die van strijkinstrumenten. Een 17de-eeuwse Stradivarius of Guarneri uit het Italiaanse instrumentenmakersdorp Cremona bracht drie decennia terug enkele honderdduizenden euro’s op; nu geeft een handelaar er zo 10 miljoen voor.
Bij de instrumentenhandel komt prestige en psychologie kijken, zegt Post. ‘Een 17de-eeuwse Stradivarius, bespeeld door een roemruchte topmusicus als Menuhin of Jascha Heifetz, heeft een indrukwekkende geschiedenis. Die koop je erbij.’ Als gevolg van die exorbitante bedragen ziet Post dat gewone veilinghuizen de verkoop van muziekinstrumenten afstoten en die overlaten aan specialisten zoals veilinghuis Tarisio in New York. ‘Die stellen zich steeds vaker op als privéhandelaar. De handel gebeurt dan achter gesloten deuren voor een select groepje potentiële kopers.’
‘Verzamelwoede buiten proportie’
Die potentiële kopers zijn veelal rijke particuliere verzamelaars. Musici moeten maar afwachten of zij bereid zijn het instrument in bruikleen te geven. Sommigen bergen hun kostbare instrument liever op in een kluis of een kast vanwege het risico op beschadiging. En een muziekinstrument is, anders dan een schilderij, een gebruiksvoorwerp. ‘Op reis of op het podium zit een ongeluk in een klein hoekje’, zegt handelaar Post.
Er is een strijd gaande tussen Russische, Aziatische en Amerikaanse handelaren die idiote bedragen neerleggen.
Frits Schutte, collectiebeheerder van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (NMF), vindt de verzamelwoede ‘buiten proportie’. ‘Er is echt een strijd gaande tussen Russische, Aziatische en Amerikaanse handelaren in muziekinstrumenten die daarvoor idiote bedragen neerleggen.’ Soms verdwijnen die instrumenten dan jarenlang in een kast of museumvitrine. Of de verzamelaar zoekt een topmusicus bij het instrument, om de waarde verder op te stuwen. Dat is de omgekeerde wereld, vindt Schutte. ‘Musici moeten zelf hun instrumenten kunnen kiezen.’ David Bazen, zakelijk directeur van het Concertgebouworkest: ‘De schaarste neemt toe, dus alles wat in een kast verdwijnt, is zonde. De waarde van zo’n instrument zit in het bespelen ervan; en zonder instrumenten hebben wij geen orkest.’
Lees hier het hele artikel in de Volkskrant.