Zeven jaar zat Jacinta Mumbi Irungu vast op verdenking van diefstal van een auto. Terwijl ze geen rijbewijs heeft en ook niet kan autorijden.

Jacinta Mumbi Irungu, een moeder van twee jonge kinderen, had een cateringbedrijf in een buitenwijk van de Keniase hoofdstad Nairobi. Ze verzorgde feestmalen voor trouwerijen en partijen en haar bedrijfje liep goed. Voor het vervoer van de etenswaren huurde ze altijd een taxi.

Toen een buurman haar in 2015 benaderde voor vervoer naar een trouwerij ergens buiten de stad, verwees ze hem naar de taxichauffeur die ze regelmatig inhuurde voor haar bedrijf. En toen ging het mis.

Haar buurman werd gearresteerd, de auto werd ingenomen. Het voertuig bleek een paar weken eerder te zijn gestolen bij een gewelddadige roofoverval. Ondanks de medewerking die Irungu verleende aan de politie – ze vertelde hoe zij de auto gebruikte en bracht de politie in contact met de eigenaar – werd ze toch zonder pardon gearresteerd. Aanklacht: het plegen van een gewelddadige overval, en heling. In Kenia kun je daarvoor de doodstraf krijgen.

Geen geld voor borgtocht
Bewijs en getuigen waren er niet. Toch belandde Irungu achter de tralies van de vrouwengevangenis Langata. Geld om te betalen voor een borgtocht om haar straf thuis uit te zitten, had ze niet. Haar kinderen werden aan hun lot overgelaten. Zeven jaar duurde haar zaak.

Irungu’s zaak kwam International Justice Mission (IJM) in 2016 ter ore. Deze organisatie van advocaten, opgericht na de Rwandese genocide, staat slachtoffers van geweld, moderne slavernij en mensenhandel bij. Via het IJM kreeg Irungu een advocaat. Ook betaalde de organisatie een borgsom van omgerekend 1.300 euro, zodat ze voor haar kinderen zou kunnen zorgen.

Eenmaal op borgtocht thuis, werd de familie een paria. Ze werd met de nek aangekeken door vrienden en familie. De huisbaas en de buren vielen haar lastig. Mensen wezen haar na. Als er in de buurt nieuwe gevallen van diefstal of misdaden waren, werd Irungu al snel verdacht gemaakt. Taxichauffeurs wilden haar eten niet meer vervoeren. Haar kinderen werden ook slachtoffer van de pesterijen. Na diverse mislukte pogingen om te onderhandelen met de huisbaas, zag het IJM zich daarop genoodzaakt om het gezin ergens anders onder te brengen.

Geen getuigen
Het werd een slepende zaak. Ondanks de bijstand van advocaat Edward Mbanya trok de aanklager de zaak aanvankelijk niet in. Omdat die er echter maar niet in slaagde getuigen te vinden, werd de zaak steeds verdaagd. Wisselingen van de magistraten die voorzaten, hielpen ook niet. In 2019 kwam een medeverdachte van Irungu op borgtocht vrij. Omdat die nooit opnieuw werd gearresteerd, leidde dat tot nog meer vertragingen.

Het verzoek van de advocatenorganisatie aan de rechtbank om Irungu’s proces apart van de medeverdachte te behandelen, werd in oktober 2021 ingewilligd. Op 26 mei 2022, bijna zeven jaar nadat ze valselijk werd beschuldigd, sprak de rechtbank Irungu vrij. Ze is God dankbaar, zegt ze: ‘Hij moet IJM zegenen omdat zij mij uit deze zeer moeilijke situatie hebben gehaald.’

Lees hier andere stukken die ik voor het blad Wordt Vervolgd schreef.