Vice Versa – reportage uit Mali over sport en ontwikkeling | In de ogen van Malinese sportprofessionals zijn de zegeningen van sport grenzeloos. Maar in een straatarm land dat opkrabbelt uit een zware crisis, vereist sport voor ontwikkeling een extra steuntje in de rug. ‘We moeten eerst laten zien dat we goed werk doen, that we are real.’

In het pompeuze ‘Palais des Sports’ in Bamako, Mali, is een basketbalwedstrijd van de Special Olympics in volle gang. Enthousiast spelende meisjes en jongens in kleurige teamtenues, een enkeling gesluierd, stuiven door de zaal, luid aangemoedigd door hordes spelertjes aan de kant. In plaats van borden met namen van grote sponsoren hangt er een spandoek met ‘Basketbal is onze passie’ erop gedrukt. Tientallen telefoons en ipads leggen de wedstrijd vast. In de pauze tovert de bekende Malinese rapper Milmo de glanzende sportvloer om tot een menigte dansende spelertjes. Een komische kleuter in een veel te groot T-shirt danst er tussendoor en trekt met gekke bekken en boksbewegingen de aandacht van het publiek. In de immense zaal hangt een vrolijke en energieke sfeer, overstemd door luide rapmuziek en een enthousiaste sportcommentator. Even denk ik hem te betrappen op een gniffel om een ongecontroleerde spelersbeweging of een iets te wild grijpen naar de bal. Het toernooi wordt gespeeld door kinderen met een intellectuele beperking. Wereldwijd telt de Special Olympics-beweging 4,4 miljoen sporters.

Recht van de sterksten

Het door China gefinancierde ‘sportpaleis’ met een waarde van 18 miljoen dollar was naar verluidt gebouwd om het Malinese basketbal een boost te geven. In het straatarme Mali zijn de meeste jonge sporters aangewezen op zanderige terreinen in drukke buitenwijken, waar altijd een tekort aan is en waar het recht van de sterksten geldt. Maar dit immense gebouw is overdekt, heeft een glad en glimmend parket en biedt plaats aan vijfduizend toeschouwers op banken in de felle kleuren rood, groen en geel van de nationale vlag. Het gebouw doet zijn naam onomwonden eer aan.

Vandaag is de tribune licht gevuld, maar in het publiek zit wel de minister van Jeugd en Sport. Samen met de uitnodiging van de razend populai- re rapper is dat een poging van het organisatie- comité om het speciale sporttoernooi op de Malinese kaart te zetten. De Special Olympics- beweging in Mali begon al in de jaren negentig, maar liep spaak op slecht bestuur. Na drie jaar af- wezigheid werd ze in januari 2014 nieuw leven in geblazen, mede op initiatief van de voormalige basketbalkampioene Hamchétou Maïga-Ba. De boomlange en tanige Malinese is nu bestuursvoorzitter van de sportorganisatie in Mali. Ze woont in de Verenigde Staten en is met steun van de Amerikaanse ambassade voor het toernooi even over komen vliegen. Gekleed in een smetteloos wit tenue de basket, met springerige nepkrullen en grote oorringen, moedigt ze de spelertjes vanaf de zijlijn aan.

‘Het toernooi is belangrijk, want deze kinderen hebben ook talenten die een kans verdienen’, zegt de sportster later tijdens een Skype-gesprek. ‘Kinderen met een handicap hebben het niet makkelijk in Mali. We negeren ze. Veel van hen worden verstopt, slecht behandeld en soms geslagen. Weinigen dragen zorg voor ze’, legt ze uit. ‘Gastvrijheid en vriendelijkheid staat centraal in onze cultuur, maar we willen er altijd iets voor terug.’

Maar sport kan deze kinderen helpen, meent Maïga-Ba. Ze hebben plezier en het is goed voor hun zelfvertrouwen, zegt ze. ‘Veel van hen zijn ontzettend verlegen, maar door het spel beginnen ze te praten. Het is alsof iemand anders in ze opstaat.’ De boksende kleuter is er een leuk voorbeeld van. ‘Sport is een manier om je te uiten. Je kunt er vrienden door maken en het breekt vooral sociale barrières’, vindt ze. ‘Het zou goed zijn als we deze kinderen met niet-gehandicapte kinderen kunnen laten spelen.’

Zelf heeft ze ‘alles in haar leven aan basketbal te danken’. In het kielzog van haar basketbal spelende moeder en voetballende vader werd ze op haar negende door een oom op training gestuurd. Ze speelde van Senegal tot Dublin en bouwde haar internationale carrière op in de Amerikaanse Women’s National Basketbal Association. In 2007 werd ze verkozen als Most Valuable Player van de Afrikaanse Vrouwelijke Kampioenschappen, waar Mali zich kwalificeerde voor de Olympische Zomerspelen in Peking van 2008. ‘Veel andere meisjes hadden hetzelfde pad kunnen volgen als ik, maar kregen die kans niet van hun ouders. Sommige ouders willen niet dat hun dochter in een korte broek speelt’, aldus Maïga-Ba. ‘Terwijl we zo veel fans hebben in Mali! Al die mannen komen kijken naar onze kont’, grapt ze. Het Malinese vrouwenbasketbal loopt goed, beter dan andere sporten. Met dank aan de investeringen van de Malinese Basketbal Federatie (FMBB), aldus Maïga-Ba. 

Verder lezen? Bestel dan hier de nieuwste Vice Versa #01, jaargang 49, maart 2015, getiteld ‘Trotse erfenis op de Balkan’.