De Volkskrant | Hoe laat je jongeren warmlopen voor het runnen van een eigen bedrijf? Door ze op school te laten oefenen. ‘In de krant lees je alleen maar over winst maken en rijk worden.’

De pashoudertjes gaan de hele tafel rond. Er worden OV-kaarten en bankpasjes ingestoken. Met een kritisch oog kijken de leerlingen van de vijfde klas van het Lyceum Schravenlant in Schiedam of hun telefoons, waar de pashouder opgeplakt moet worden, nog wel zichtbaar genoeg zijn. Leerling Yaël droeg het idee voor dit product aan, ‘want ik vergat telkens mijn OV-kaart’. Met dit ding niet meer, denkt ze. ‘Want mijn telefoon vergeet ik natuurlijk nooit.’

Straks gaan deze scholieren echt handelen in de pashouder, ‘met echt geld, echte investeerders en echte klanten’, zegt Wiclef Poesiat, docent economie aan het lyceum. Poesiat begeleidt de kinderen die zich hebben aangemeld voor de jaarlijkse competitie Junior Company. Dit programma, dat sinds negen jaar wordt aangeboden door de Stichting Jong Ondernemen, laat jongeren in het voortgezet onderwijs kennismaken met ondernemen. Jaarlijks doen tientallen middelbare scholen mee. Het project wordt met steun van het bedrijfsleven gefinancierd.

Hier leren we vaardigheden, zoals bedrijven bellen. Zo gaat het in het echte leven, dat leer je niet in de wiskundeles.

Gedurende een schooljaar leren de scholieren zo’n beetje alles wat er bij het opzetten van een bedrijf komt kijken. Van het maken van een balans en een bedrijfsplan tot de verkoop van aandelen en de ontbinding van het bedrijf aan het eind van het jaar. Ze ontvangen zelfs een loon: 10 eurocent per uur. (Voor de circa 200 uur die ze aan het programma besteden is dat dus ongeveer 20 euro.) ‘Allemaal educatief natuurlijk’, aldus Poesiat, die in de kring van schoolbanken is aangeschoven en de groep af en toe met vragen onderbreekt. Ze zijn er wekelijks zo’n drie tot vier uur mee bezig, buiten schooltijd om.

Lees de hele repo hier in de de Volkskrant.