Joop – column | De foto van een tiental slaags geraakte Oekraïense parlementariërs in de krant loog er niet om. Aan de vertrokken gezichten, gebalde vuisten en uit de plooi geraakte jasjes te zien, was de knokpartij in volle gang. De fotograaf flitste op het moment van een kaakslag. Zes volksvertegenwoordigers belandden in het ziekenhuis, met hersenschuddingen, kneuzingen en een enkele gebroken kaak.

De foto van een tiental slaags geraakte Oekraïense parlementariërs in de krant loog er niet om. Aan de vertrokken gezichten, gebalde vuisten en uit de plooi geraakte jasjes te zien, was de knokpartij in volle gang. De fotograaf flitste op het moment van een kaakslag. Zes volksvertegenwoordigers belandden in het ziekenhuis, met hersenschuddingen, kneuzingen en een enkele gebroken kaak.

Vechtende volksvertegenwoordigers. Ik heb gefascineerd naar de foto zitten kijken. Politieke knokpartijen zijn al zo oud als het systeem van volksvertegenwoordiging zelf. Tijdens een senaatsvergadering in het oude Rome, op 15 maart 44 AD, werd politicus en generaal Julius Caesar door senatoren doodgestoken. De VS kennen een reeks incidenten in de afgelopen eeuwen en in de vroege dagen van het Britse Lagerhuis waren zelfs wapens toegestaan. De rode lijnen op het tapijt, om partijen uit elkaar te houden, dateren van die tijd. 

Wereldwijd vliegen parlementariërs elkaar nog altijd regelmatig in de haren. Van Frankrijk, Venezuela tot India en Macedonië. In Zuid-Korea of Peru gebeurt het wat vaker en in Oekraïne is de tel niet meer bij te houden. In Italiё reconstrueerde Sabino Labina alle incidenten tussen 1947 en 2008 in het boek: ‘Tumulti in aula’. Ook Taiwan is een topper. Of het nu om verkiezingen, de aankoop van militair materieel of het nationale budget gaat, Taiwanese volksvertegenwoordigers raken regelmatig slaags. Het parlement ontving er in 1995 zelfs de Ig Nobelprijs voor (de parodie op de echte), omdat ‘politici meer winnen met vechten in het parlement, dan oorlogvoeren met andere landen.’ Spraakmakend waren de ‘food fights’ in 2004 en het moment in 2006, toen afgevaardigde Wang Shu-Hui het voorstel voor een transportverbinding met het Chinese vasteland opat. De oppositieleden kregen de prop er niet uit, hoe hard ze ook aan haar haren trokken.  

Bij dit soort incidenten vallen er rake klappen en er vliegt ook van alles door de lucht. Behalve stoelen, waterflessen, schoenen, iPads en wandelstokken, zijn dat ook minder parlementseigen objecten als ijzeren staven, kettingen, eieren en rookbommen. In Jordanië en in India werd er respectievelijk met vuurwapens gedreigd en pepperspray gespoten. Het zijn dus niet altijd spontaan ontstane opstootjes, maar soms met zorg voorbereide acties. 

Gelukkig lijkt ‘de democratie’ de hersenschuddingen, kneuzingen en schorsingen tot nu toe te overleven. De volksvertegenwoordigers hervinden elkaar en de onderwerpen met lontjes worden gewoon opnieuw geagendeerd. Het volk keurt af of vindt het vermakelijk. Vechtende volksvertegenwoordigers hebben schijt aan de democratie, maar politiek roept nou eenmaal oerinstincten op. Vooral over gevoelige onderwerpen, tijdens urenlange, soms nachtelijke debatten. Volksvertegenwoordigers hebben een voorbeeldfunctie, maar zijn tenslotte ook een afspiegeling van de samenleving.

Alleen niet in Nederland. Ooit, in 1846, kwam het bijna tot een duel, toen minister van Justitie Van Hall het kamerlid Van Isselt van ‘laster’ beschuldigd had. Maar hun afgevaardigden bereikten een compromis. Tegenwoordig overschrijden we vooral ‘de verbale fatsoensnormen’. Noem er een paar. Ex-SP-voorman Jan Marijnissen die ‘effe dimmen’ richting voormalig Kamervoorzitter Weisglas riep. Of minister van ontwikkelingssamenwerking Koenders voor ‘flapdrol’ uitmaakte. Wilders die Job Cohen de ‘bedrijfspoedel’ van Rutte I noemde en zijn collega’s Pechtold en Slob ‘miezerige mannetjes’ naar het hoofd slingerde. Flapdrollen, bedrijfspoedels en miezerige mannetjes trekken geen sabels. In de polder zijn de ‘politieke bloedbaden’ enkel metaforen van de media die er nog wat spannends van pogen te maken. Het blijft bij schelden en grof taalgebruik. Maar dat doet ook pijn.