Vice Versa Leert over Noodhulp – reportage Libanon | De opvang van vluchtelingen in Libanon zit aan zijn grens. Anderhalf miljoen vluchtelingen mogen er officieel niet werken en krijgen van de regering geen status. Hoe moeten zij aan een nieuwe toekomst bouwen?

 

‘Ik had een huis in Syrië, waarom zou ik nu in een tent gaan wonen?’ Wadid probeert te verzitten, maar zijn gemartelde benen werken niet mee. Die dragen de littekens van een half jaar gevangenis in Syrië, in 2011. Ook van zijn buik, waar hij dagelijks klappen kreeg, heeft hij nog steeds last. Wadid heeft medicijnen nodig, voor zichzelf en zijn chronisch zieke zoontje, die lusteloos tegen hem aan leunt. Wadid heeft al vier maanden de huur van zijn appartement niet betaald. ‘En hij heeft traumahulp nodig’, zegt de medewerker van hulporganisatie Caritas na het bezoek. Maar daar is geen geld voor. Wadid was taxichauffeur in Syrië en had zijn eigen auto. Hier in Libanon is hij afhankelijk van liefdadigheid van de buren en zijn 15-jarige zoon, die als dagarbeider de kost verdient. Hij beklaagt zich dat hulporganisaties hem links laten liggen. Maar Wadid heeft tenminste nog iemand die de kost kan verdienen, zegt Rashelle Abou Nader van Caritas, die Wadid’s familie met voedsel, matrassen en een beetje geld hielp. ‘Veel families zijn stukken slechter af dan hij. Er is te weinig geld om iedereen te helpen.’

Vier keer zoveel vuilniswagens 

Wadid en zijn gezin behoren tot de 70.000 vluchtelingen die het Libanese stadje Barelias, op 10 km van de grens met Syrië, de afgelopen vier jaar zag binnenkomen. Sindsdien is het inwoneraantal van Barelias meer dan verdubbeld. Tussen de woningen duiken de rijen tenten overal op. Barelias telt inmiddels circa 100 tentenkampen, zegt burgemeester Saad Mayta. Variërend van een handvol tenten op een akker tot hele kampen compleet met satellieten, vuilnisbakken, watertanks en elektriciteitsvoorziening. Het grootste kamp telt 435 tenten, aldus Mayta. ‘Per tent wonen families met soms wel tien personen’. Soms al drie of vier jaar. De kleinste kinderen zijn er geboren.

Libanon zucht onder de grote vluchtelingenstroom die het land, die keer zo klein als Nederland, sinds het uitbreken van de Syrische oorlog in 2011 binnenkwam. Officieel zijn er 1.1 miljoen vluchtelingen geregistreerd en dat aantal blijft min of meer stabiel sinds Libanon begin dit jaar de grenzen sloot en verblijfsvereisten aanscherpte. Toch blijven mensen via illegale grensovergangen binnenkomen. Niet iedereen wil zich bovendien registreren, uit angst voor vervolging. En dus schat de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR het totale aantal Syrische gevluchten op circa 1.5 miljoen. En dan zijn de circa 330.000 gevluchte Palestijnen, de Irakezen en Soedanezen nog niet meegeteld, evenals de 22.000 uit Syrië teruggekeerde Libanese migranten. Libanon telt inmiddels het hoogste aantal vluchtelingen per hoofd van de bevolking, een kwart van de bevolking. 

Deze reportage verscheen in Vice Versa Leert over Noodhulp, december 2015. Hier kunt u het losse nummer bestellen.