Hoogtelijn | Zijn expeditiespullen liggen inmiddels in de verkoop, maar voormalig expeditieleider en alpinist Hans van der Meulen avonturiert nog steeds. Hij blikt terug op zijn leven op (weg naar) de hoogste toppen. “De dood ligt constant op de loer en daarom leef je volop.”

“Ik ben al een half jaar bezig, maar de romp is bijna klaar. Zelf een boot bouwen is nog best ingewikkeld, ook als het een bouwpakket is.” Voormalig bergbeklimmer Hans van der Meulen (1953) moet iets te doen hebben, nu hij met pensioen is. Als hij niet aan het fietsen, varen of hardlopen is, bouwt hij aan zijn zeilroeiboot, in een ruimte naast zijn woning in Maarsbergen. Op tafel liggen de tekeningen uitgestald. “Ik ben wel een knutselaar.”

Drie jaar geleden zei Van der Meulen de zeven- en achtduizenders voorgoed vaarwel. Zijn vingers werkten niet meer mee. Hij heeft ze, net als al zijn tenen, weliswaar nog allemaal, maar ze zijn te vaak bevroren geweest. “De haarvaten zijn kapot, de doorbloeding gaat tot een centimeter onder het vingertopje. Ik voel veel minder. En,” wijzend naar zijn rechtermiddelvinger, “deze is pijnlijk. Als die nog een keer bevriest, moet ’ie eraf. En dat heb ik er niet voor over.”

Het besluit te stoppen, viel een jaar na zijn laatste beklimming van de Khan Tengri in 2017, een zevenduizender op het drielandenpunt van Kirgizië, Tadzjikistan en China. Van der Meulen had er wel een paar nachten over moeten slapen, zo vertelt hij op zijn terras, waar we zitten met gevulde koeken en zelfgemaakte soda. De zon schijnt. Door het raam van zijn woning zie ik kasten vol boeken over filosofie, natuur, klimverhalen en multomappen met informatie, verslagen en krantenartikelen over zijn expedities en de reizen die hij organiseerde. Aan de muur hangen foto’s, uit zijn “glorieuze jaren”, aldus Hans. “De laatste beklimming was een keerpunt”, zegt hij. “Het ging allemaal niet zo gemakkelijk meer. Mijn vingers waren zo stijf en gevoelloos, dat ik een andere
klimmer moest vragen mijn tent open te ritsen. Ik was alleen en het was een crime om overeind te blijven op die berg.”

De Khan Tengri was de afsluiting van een indrukwekkende klimcarrière die hij bijna veertig jaar geleden in de Alpen begon. Eigenlijk al als kind, dat dol was op boompje klimmen, geen hoogtevrees had en tijdens vakanties in Frankrijk elke berg op wilde rennen. “Ik moest erop, naar het hoogste punt.” Hij was al vroeg met allerlei sporten bezig; judo, atletiek, windsurfen, tennissen, skiën en nog veel meer. Als 19-jarige volgde hij zijn eerste basiscursus rots- en ijsklimmen in Oostenrijk. Later werd hij instructeur van van alles; van bergsport- en wildwaterinstructeur tot tennis- en skileraar. Toen een vriend begin jaren tachtig een berghut in de Franse Alpen kocht, in Les Fonts de Cervières, is hij die gaan verbouwen om er vervolgens jarenlang met zijn sledehonden te verblijven en onder meer toerlanglaufcursussen te geven.

(…)

Lees het hele interview met alpinist Hans van der Meulen in Hoogtelijn 5-2021.

Hoogtelijn is het blad van de Nederlandse bergsportvereniging (NKBV) en verschijnt vijf keer per jaar. Sinds november 2021 ben ik de redacteur van de grote interviewserie.