Vice Versa – reportage Nigeria | De uitroeing van de zenuwziekte lepra in Nigeria is nabij. Maar gebrek aan geld en kennis maken van die laatste zet nog een flinke uitdaging voor lepra-bestrijders. ‘De bestrijding staat hier al vijftien jaar stil’
‘Je moet ook sokken dragen’, zegt een van de oude mannen. In de schaduw van een lemen huizen in een wijk van Hadeija, een stadje in het verre noorden van Nigeria, inspecteert hij de voeten en handen van zijn grijnzende buurman op wondjes en de verzorging daarvan. Een lel van een zweer onder de voetzool kijkt hem aan. Een grote droge open wond waar de grijsaard niets van voelt. En waar niemand van het groepje zeventigers en tachtigers ook echt van opkijkt.
Want allemaal ondervinden ze de gevolgen van de ziekte lepra, die ze decennia terug opliepen. Hun vingerstompjes of klompvoeten liggen tussen de plooien van hun kleurige gewaden. Sommigen hebben helemaal geen vingers of tenen meer. Een enkeling draagt beschermende sokken of schoenen. Of een zonnebril tegen stof en zand, omdat de door lepra aangetaste oogspieren en oogleden niet langer bescherming bieden.
Iedereen van deze zogeheten zelfhulpgroep komt aan de beurt. Hilariteit alom als ze afwisselend – en verrassend kwiek – hun benen de lucht in steken. De groep is een initiatief van de Nederlandse Leprastichting in Nigeria, die er verspreid over het hele noordoosten van het land circa 100 telt. Regelmatige controle is belangrijk, want door de aangetaste zenuwen voelt een lepra-patiënt geen pijn en infectie meer. Nooit meer. En dus groeien kleine wondjes makkelijk uit tot open zweren en kan regelmatige ontsteking de botten op den duur misvormen. Met een zeer ongewenste en geldverslindende amputatie tot gevolg. Zo ver is het bij deze grappende grijsaards nog niet gekomen, maar de dikke zweer laat zien dat de gevolgen van lepra levenslang en letterlijk kunnen dooretteren. Ondanks het feit dat ze allen officieel genezen zijn. Een kwart van de mensen die lepra krijgen, raakt op den duur gehandicapt.
Voorloper
Bestaat lepra nog? Dat was de eerste reactie van vrienden en kennissen toen de Nederlandse Lex Merlijn in februari 2012 directeur werd van de Netherlands Leprosy Relief in Nigeria. De stichting zat er toen al bijna 40 jaar, sinds 1974. ‘Officieel bestaat lepra hier niet meer’, vertelt Merlijn in zijn nieuwe kantoor in de stad Jos. ‘Met minder dan één besmetting per 10.000 mensen per jaar, heeft Nigeria de ziekte geëlimineerd, volgens standaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie.’ Het absolute aantal besmettingen neemt gestaag af. Merlijn: ‘En waarom zou je je druk maken om een paar duizend besmettingen op een totale bevolking van 180 miljoen?’ De Nigeriaanse overheid heeft genoeg andere prioriteiten. Telde het land vorig jaar nog 2983 nieuwe lepra-besmettingen. Het aantal nieuwe tuberculosegevallen liep op tot circa 170.000.
De ‘eliminatie’ van lepra is het resultaat van bijna een eeuw onderzoek en actieve bestrijding. Al in de jaren twintig van de vorige eeuw verleenden Westerse zendelingen hulp aan de eerste lepra-kolonies. De besmettingsgraad kon toen wel oplopen tot 20%. Nigeria werd een voorloper op het gebied van lepra-bestrijding toen pioniers in de jaren veertig en vijftig verwoed onderzoek deden naar de ontwikkeling en effecten van lepra-medicijnen.
De echte slag kwam begin jaren negentig, toen de Wereldgezondheidsorganisatie aankondigde de ziekte in tien jaar tijd te elimineren. Nigeria liftte daarop mee. Lepra werd onderdeel van het nationale gezondheidsprogramma voor de bestrijding van tuberculose en lepra (NTBLCP). Mensen werden opgeleid en trainingscentra opgezet. Elke deelstaat kreeg een speciaal geëquipeerd ziekenhuis waar lepra-patiënten naar verwezen konden worden. De behandeling met een cocktail van 3 antibiotica (“multidrug therapy”) deed de rest. Drie jaar voor de mondiale streefdatum, in 1997, kreeg Nigeria samen met 118 van de 122 andere landen lepra op de knieën, volgens de norm van de WHO. Wereldwijd werd het aantal lepra-patiënten teruggedrongen van ruim vijf miljoen halverwege de jaren tachtig tot circa 200.000 in 2015.
Laatste zet
Met de grote successen van de jaren negentig is Nigeria is het hoogtepunt van de lepra-bestrijding voorbij. De verminderde urgentie gaat volgens Merlijn gepaard met afname van kennis van de ziekte. En minder geld. ‘Lepra-bestrijding staat hier al vijftien jaar stil’, zegt hij stellig. Het is moeilijk de ziekte op de agenda van de overheid en internationale donoren te houden. ‘Lepra is voor hen eigenlijk geen issue meer.’ Het Global Fund, de grootste internationale donor voor TBC-bestrijding in Nigeria, ’gedoogt’ lepra in hun programma, omdat de ziekte net als tuberculose een bacteriële infectie is en via hoesten en niezen op dezelfde wijze wordt overgebracht. ‘Het hangt er feitelijk een beetje bij.’
En dat terwijl de laatste zet om de ziekte daadwerkelijk uit te roeien, juist zo hard nodig is, benadrukt Merlijn. Besmetting vindt nog steeds plaats en wordt vaak nog te laat ontdekt. Bij circa 12% van de nieuwe besmettingsgevallen zijn zichtbare verminkingen waargenomen. De dalende trend kan bovendien het gevolg zijn van een afgenomen aandacht voor de ziekte, waardoor nieuwe besmettingen niet of niet tijdig worden ontdekt, zo staat in een studie over de situatie van lepra in Nigeria (2013). Uit recente cijfers van de WHO blijkt bovendien dat 10% van nieuwe besmette personen kind is.
Op de website van de Leprastichting kun je het hele artikel lezen. Of bestel hier het losse nummer van Vice Versa 04#, december 2015.