Vice Versa | Interview met de Filippijnse academisch activist Saturnino Borras en hoogleraar aan het Institute of Social Studies, in samenwerking tussen Vice Versa en NWO-WOTRO over de rol van wetenschappers in het publieke debat en de maatschappij. ‘Niets van wat ik doe is puur wetenschappelijk’.

Wat is de rol van wetenschap in de maatschappij? En hoe spelen snel veranderende politieke en economische factoren daarin een rol? Vice Versa spreekt erover met Saturnino Borras, actievoerder en hoogleraar aan het Haagse Institute of Social Studies. ‘Ik maak me niet zo druk als de “macht” vindt dat ik als wetenschapper niet geloofwaardig ben. Dat voelt eerder alsof ik een medaille krijg opgespeld.’ Deel drie in de reeks in samenwerking met NWO-WOTRO Science for Global Development.

De wetenschap heeft niet alleen de taak kennis te genereren, maar zou met die kennis ook sociale verandering en rechtvaardigheid moeten bewerkstelligen. De academische wereld is niet politiek neutraal, kennis ook niet. Een wetenschapper bekent altijd kleur. En een sociaal wetenschapper kiest per definitie voor de minderbedeelden in een maatschappij. Dat is de visie van de Filipijnse professor Saturnino ‘Jun’ Borras in een notendop.

Op zijn kamer – vierhoog, aan het Institute of Social Studies in Den Haag – is Borras omgeven door stapels boeken en dozen met paperassen. Over landhervorming, agrarische en voedselpolitiek, boerenbewegingen en plattelandsontwikkeling; Borras’ specialisatie. Prototype ‘ivoren toren’, zou je denken. Maar weinig is wat het lijkt. ‘Ik sta met één been in de maatschappij’, zegt Borras, die zichzelf een ‘academisch activist’ noemt.

Voor Borras staat een goede sociaal wetenschapper, een intellectueel, altijd met één been in de samenleving, een houding die is geworteld in een activistisch verleden dat al in zijn puberjaren begon. Hij groeide op in een arm en afgelegen boerendorp op het Filipijnse platteland, ten zuiden van de hoofdstad Manila. Als student politicologie en gemeenschapsontwikkeling demonstreerde Borras tegen de beruchte dictator Ferdinand Marcos en maakte in 1986 diens aftreden en verbanning mee. Maar een einde aan twintig jaar meedogenloze dictatuur bracht weinig verbetering voor de armen op het platteland – en dus sloot Borras zich aan bij een linksradicale boerenbeweging op de Filipijnen.

De strijd ging door, vertelt Borras. Tegen vrijhandel en globalisering: de fenomenen die het politieke landschap en gedachtegoed in de jaren tachtig en negentig domineerden, werkten volgens de antiglobaliseringsbeweging enkel armoede en marginalisatie verder in de hand. Borras: ‘Voedseldumping op de wereldmarkt, als gevolg van neoliberale handelsverdragen, had grote gevolgen voor de lokale economieën in ontwikkelingslanden.’

Intellectuelen speelden een belangrijke rol in dat activisme, vertelt Borras. ‘Er waren destijds nog geen sociale media, telefoons en internet om de problemen van armoede en marginalisatie op het platteland over het voetlicht te brengen. Dat deden wij.’ Borras werd medeoprichter en een van de leiders van de internationale alternatieve boerenbeweging La Via Campesina. ‘Ik was voltijds activist.’

Na een burn-out in 1996 kreeg Borras een studiebeurs en belandde in Den Haag. Zijn thema was landhervorming, want dat was ‘hèt hete hangijzer op de Filippijnen en een van de meest complexe vraagstukken in de transitie van dictatuur naar democratie’, legt hij uit. Wat aanvankelijk was bedoeld als een korte pauze, eindigde in een wetenschappelijke loopbaan van ruim twintig jaar. Even werkte hij nog als senioradviseur voor het ministerie van Landbouwhervorming op de Filippijnen – met zestienduizend medewerkers mogelijk het grootste ministerie ter wereld –, maar in 2000 keerde hij terug naar Den Haag om te beginnen met een promotieonderzoek naar landhervorming en boerenbewegingen wereldwijd.

Inmiddels is hij ook adjunct-professor aan de Agrarische Universiteit in Beijing en fellow aan onder meer het Transnational Institute in Amsterdam en het Californische Institute for Food and Development Policy, beter bekend als Food First. Borras heeft talloze publicaties op zijn naam staan en is tevens (co-)uitgever van verschillende wetenschappelijke boeken en toptijdschriften. ‘Maar ik ben en blijf een activist’, zegt hij stellig. En dan, met een grijns: ‘Betaald door een academisch instituut, ik maak er weleens een grap over.’

U wilt een brug slaan tussen wetenschappelijk onderzoek, ontwikkelingsprofessionals en activisme, als een spin in het web bij verschillende internationale netwerken. Waarom vindt u dat belangrijk?

 ‘Activisten en wetenschappers kunnen niet zonder elkaars kennis. Wetenschappers, maar ook ngo’s en politici, neigden lang op een bijna perverse manier gebruik te maken van lokale kennis. Dan vliegen ze even in, “plukken de kennis” van naamloze dorpelingen naar wie ze onderzoek doen, om die vervolgens als kennis van henzelf te presenteren. Kennis ligt niet alleen bij professoren en promovendi. Boeren zijn experts op hun eigen manier, bijvoorbeeld in het beschermen van biodiversiteit en het verbeteren van technologie. En gelukkig zijn steeds meer wetenschappers het daarmee eens. Via dit soort platforms kunnen we kennis delen en versterken.’

Borras legt uit hoe La Via Campesina een belangrijke inspirator voor dit gedachtegoed was. De bestaande boerenbeweging, opgericht na de Tweede Wereldoorlog en gesteund door onder meer VN-organisaties voor landbouw en voedsel zoals Ifad en Fao, behartigde vooral de belangen van de grotere, rijke en commerciële boeren in het Westen, aldus Borras. En sloot kleine boeren, landlozen, boerinnen, migranten en landbouwwerkers uit. En was er al aandacht voor deze kleinere groepen, ‘dan werd er vooral óver hen, in plaats van met hen gesproken’. La Via Campesina is opgericht om daar voor en door boeren een einde aan te maken.

Waar is de wetenschap volgens u tekortgeschoten?

‘De wetenschap heeft lang in dienst gestaan van de politieke macht en het grote bedrijfsleven. De multinationals zijn groot geworden en mede aangestuurd door the best and the brightest van de academische wereld. Het kapitalisme heeft zijn succes voor een belangrijk deel te danken aan de wetenschap.’

Kunt u een voorbeeld noemen? 

‘We weten dat irrigatiesystemen of goede wegen een belangrijke fysieke infrastructuur vormen die boeren in ontwikkelingslanden uit de armoede kunnen helpen. Maar dit soort projecten en technologieën kunnen de belangen van arme boeren juist ook ondermijnen, bijvoorbeeld in gemeenschappen waar sprake is van ongelijke landverdeling. Een irrigatiesysteem of een goede weg zal dan eerder de belangen dienen van de rijke landheer die arme boeren als pachters in dienst heeft, of van rijke handelaren of commerciële boeren. Omdat hiermee de waarde van hun land stijgt, zullen zij zich nog harder verzetten tegen landhervorming. De ontwikkeling van technologie en infrastructuur is nooit een puur technische aangelegenheid die arme boeren helpt. Altijd speelt de vraag hoe die in tijd en ruimte worden gebruikt, wie de eigenaar is en wie er uiteindelijk van profiteert.’

(…)

Lees hier het hele interview op www.viceversaonline.nl.