Wordt Vervolgd | Het uitgaanspubliek op het Eindhovense Stratumseind lijkt zich vooralsnog weinig druk te maken om de agressiedetectors, geluidsmeters en andere sensoren die de gemeente moeten helpen om de orde beter te bewaken. Critici denken daar anders over. ‘Waarom kan er niet gewoon een extra agent worden bijgezet?’

Eindhoven – Er wordt geladen en gelost, een handhaver fietst voorbij, horecaondernemers kletsen wat. Deze dinsdagochtend is het rustig op het Stratumseind, maar vanaf donderdag zullen de homobars, jazz-, alternatieve en heavy metal-cafés weer bruisen. De langste uitgaansstraat van het land – driehonderd meter – trekt elk weekend zo’n 15 duizend bezoekers.

Maar behalve heel gezellig is het Stratumseind ook geregeld het terrein van vechtpartijen, mishandelingen, diefstal en vernieling. Het gevolg van veel ‘haantjesgedrag’ en ‘spierballentaal’, zegt ambtenaar Tinus Kanters, die er lang geleden zelf ging stappen. ‘Van de achthonderd uitgaansincidenten die Eindhoven jaarlijks telt, concentreert 95 procent zich hier. De helft daarvan is gewelddadig, van beledigingen tot echt meppen.’

Kanters, geboren Eindhovenaar, is projectleider van het ‘Living Lab’, een samenwerking tussen de gemeente, ondernemers en bewoners om de overlast met technologie tot een minimum te beperken. Hij neemt de verslaggever mee op sensorsafari door het Stratumseind.

(…)

Lees hier de hele reportage in Wordt Vervolgd.

En hier de andere stukken die ik voor dit blad schreef.