Reporters Online | De Boeletuin is een kleine oase op de Zuidas, met een paddenstoelenkwekerij, een moestuin en een kantine die nu gesloten is, omdat de VU andere plannen heeft met het terrein. ‘Fantastisch dat het er twee jaar is geweest’.

Een kleine groene oase tussen het glas van de Zuidas. Zo zou je de Boeletuin, een kantine met moestuin en 39 kippen op een groene postzegel tussen de Gustav Mahlerlaan en de Boelelaan kunnen omschrijven. De voormalige schooltuin uit 1959 is door de jaren heen ingesloten geraakt tussen de bouwwerken van de VU, ACTA, The Edge, een parkeerplaats en Sportcentrum Buiten-veldert. Vier keer per dag scheert de traumaheli van het VU Medisch Centrum boven langs.

Maar loop je het met lampionnetjes omgeven pad op, langs het kippenhok links en de zelfgebouwde pizzaoven rechts de keet op de Boeletuin binnen, dan is de kille lelijkheid snel vergeten. Welkom in het knusse huiskamercafé met een kachel, grote banken, een bar en spelletjes op de planken. De radio staat aan. Bier en wijn staan klaar voor de borrel van een groep managers die in de blokhut achter het terras zit te vergaderen.

Dat kan waarschijnlijk nog maar voor even, vertelt Niek van Dijk, voormalige schooltuinmeester en nu beheerder van de Boeletuin. De keet is ‘gebouwd om weer gesloopt te worden’, vertelt hij nuchter. Want het terrein is van de VU en die wil er een parkeerkelder en een nieuw pand voor wis- en natuurkunde plaatsen. Van Dijk mocht er twee jaar iets leuks op doen. En die zijn bijna voorbij. Onlangs is besloten dat de kantine moet verdwijnen. ‘Niemand snapt waarom’, aldus Van Dijk.

Van Dijk is een ondernemer die houdt van doehetzelven en gastheer zijn. Zijn vrouw is gek op koken. Als kind al, zo getuigt een zwartwitfoto op de bar waar ze als jong meisje met een groot mes een kalkoen aansnijdt. ‘Dus op onze pensioenleeftijd gingen we de horeca nog even in.’ Van Dijk bouwde de kantine zelf, met eigen geld en niet helemaal volgens de officiële tekening (‘organisch bouwen, heet dat’). Zijn vrouw richtte het in, ‘met tweedehands kopjes en koelkasten’. Het buitenterras kreeg een bar met feestverlichting, een ‘pee-tree’ met ‘officiële afvoer’ en een kampvuurkuil. Klaar voor huwelijksfeesten, kerstborrels, recepties en, al wijzend op de stapel proefschriften op een tafeltje bij de bank, promoties (‘ik lees ze allemaal’). Doordeweeks serveert de Boeletuin lunch, op donderdag een diner. De paar euro’s die Van Dijk vraagt, zijn voor Zuidasbegrippen een schijntje.

Schoffeltuintjes

De aangrenzende tuin is opgedeeld in schoffeltuintjes, inmiddels door 165 gebruikers bewerkt. Er is een gemeenschappelijke moestuin, Zuidmoes, waar onkruid en wormen de bodem goed houden. Toos Tuin is een kruidentuin, ’27 vakjes van 2 vierkante meter’. De paddenstoelenkwekerij op koffieprut levert de oesterzwammen voor de ragout in de pasteitjes (‘als dat geen circulaire economie is’). En het Groenelevenlab wil duurzame stadslandbouw promoten, met onder meer een wurmenhotel, een blotevoetenveld, een plastic koepel voor de organisatie van activiteiten en een buurtcompostschool. ‘Sympathiek project, die composthoop’, zegt Van Dijk. ‘Maar ik krijg er wel fruitvliegjes van. Dan doen kippen beter werk’, grapt hij.

De moestuiniers komen uit de buurt. Van een echtpaar met een minibalkon tot werknemers van de ACTA die tuinieren om te ‘teambuilden’. Of een communicatiebureau dat ‘een hoop blabla met stropdassen doet en dan lekker in de tuin komt wroeten.’ Voor 60 euro per jaar krijgt een schoffelaar de sleutel. En gratis tuiniertips van Van Dijk die met zijn biologenopleiding en schoolmeesterkennis verstand heeft van de plantenkalender. Of laat weten als de mestkorrels zijn gearriveerd. De tuintjes zijn populair. Er is een wachtlijst, vertelt Van Dijk.

400 man

Op deze dinsdagmiddag in oktober is het er rustig. Maar in de zomer hebben de ondernemer, zijn vrouw en een tiental freelancende scholieren soms wel 400 man te bedienen. Dan is het zeven dagen per week en vijftien uur per dag ‘knetterhard werken’. Voor de lunches, de administratie en de kippen, zegt Van Dijk. ‘De keet blijft open zolang het druk en gezellig is.’ En dus gaat hij soms al om 18u dicht, maar nachten tot half drie doorgaan, zijn er ook. Het gaat niet om het geld, zegt hij. Zoveel euro’s levert de Boeletuin hem niet op. Van Dijk geniet vooral van zijn bezoekers, wiens ‘mondhoeken omhoog gaan en schouders naar beneden’ als ze hier binnen komen. ‘Of zo’n meneer in net pak, werkzaam bij een van de omliggende kantoren, ‘wiens dasje los gaat en jasje uit als hij de kippen loopt. En die dan een witte wijn bestelt.’

Het lot van de Boeletuin ligt in handen van de VU. En die heeft dus net besloten dat de kantine gesloten wordt. Al het andere, van de moestuin tot de paddenstoelenkwekerij, mag blijven. Van Dijk rekende erop en had thuis al een vers aangeschafte camper klaar staan om drie maanden te gaan reizen door Spanje en Portugal. Dat de kantine dicht moet, snapt hij niet. De behoefte aan een groene plek is groot, zegt hij. ‘Je gaat er toch niet meer stoppen, Niek?’, hoorde hij regelmatig. Maar ze kunnen het ook positief zien, vindt hij. ‘Fantastisch toch dat het er nog twee jaar is geweest.’

Lees hier de reportage op ReportersOnline (via Blendle).